Programma


Al pratend de Nederlandse taal actief gebruiken is van groot belang. De dag starten we in de kring, waar we onderwerpen bespreken en de kinderen de ruimte krijgen om zelf te vertellen. Ze leren van elkaar en van hun onderlinge verschillen. Hun rugzak zit soms vol verhalen. In gesprek zijn met elkaar draagt bij aan een veilig klimaat met aandacht voor de werelden die de kinderen meebrengen. Zoveel mogelijk activiteiten worden aangegrepen om interactie tot stand te brengen. Bijvoorbeeld het napraten over een aflevering van het Jeugdjournaal of Huisje boompje beestje in de pauze.  De leerkrachten geven op zulke momenten taalsteun, zoals doorvragen, uitleggen en samenvatten. Waar nodig corrigeren ze en breiden ze taaluitingen terloops uit. 

Om de kinderen zoveel mogelijk structuur te bieden, werken we volgens vaste routines. Om dit zichtbaar te maken werken we met dagritme kaarten op het bord. Ook staat het circuit rooster op het bord, samen met een timer, zodat kinderen kunnen zien wanneer er gewisseld wordt. 

globaal rooster:
08.30 - 08.45  lezen 
08.45 - 09.00  dagopening en woordenschat oefening van Wereld vol woorden. 
09.00 - 10.15   taal/lees circuit 
10.15 - 10.45  pauze
10.45 - 11.45  rekenen
11.45 - 12.00  woordenschatoefening
12.00 - 13.00  pauze
13.00 - 14.00  woordenschat
14.00 - 14.30 schrijven

Ook wordt er ruimte gecreëerd voor zwemles, gymnastiek, knutselen, tekenen, muziek en drama.